oriëntatie in tijd, ruimte en persoon

Personen met dementie krijgen vaak te maken met desoriëntatie in tijd, ruimte en persoon. Ze weten niet meer waar ze zijn en in welke tijdsperiode ze zich bevinden.

Over het algemeen weet iedereen welke tijd van de dag of het jaar het is. Wanneer dat gevoel niet of minder aanwezig is, spreken we van desoriëntatie in tijd. Bij een persoon met dementie kan het voorkomen dat hij niet meer weet welke maand het is en zo zomerkledij aantrekt in de winter. Niet meer weet hoe laat het is of welke dag en dan gebeurt het wel eens dat ze een afspraak vergeten of vergeten om hun medicatie in te nemen. Als je niet meer weet of het dag of nacht is, dan is het ook niet vreemd ’s nachts op te staan en je aan te kleden. Heel wat hulpmiddelen kunnen hierin ondersteuning bieden. Denk maar aan een memobord, een kalenderklok, een grote agenda of kalender, een medicijndoos met alarm,…

We spreken van desoriëntatie in ruimte wanneer iemand in een (nieuwe) omgeving zijn weg niet meer vindt. Later in het dementieproces kan dit ook voorkomen in een vertrouwde omgeving. Hij weet niet meer waar het toilet in huis te vinden is. Of hij raakt de weg kwijt in de buurt waar hij woont. De persoon herkent de plaats niet of weet niet hoe hij van de ene plek naar de andere kan komen. Het gebruik van pictogrammen, een herkenningspunt aan de voordeur, een lichtroute bij dwalen ’s nachts,… is helpend om zich in de ruimte te oriënteren. Het gebruik van een GPS systeem kan bij dwalen rust bieden.

Desoriëntatie in persoon wil zeggen dat je mensen in je omgeving niet meer herkent. Ook komt het voor dat hij de ander wel nog herkent, maar niet kan op de naam komen of kan plaatsen. Een neef wordt een zoon, soms spreken ze hun eigen vrouw als moeder aan, of een zoon als man. Stel jezelf voor door je naam te zeggen en welke rol bijvoorbeeld ‘goede morgen oma het is Leen’. Zo voorkom je frustratie en onrust. Of draag een naamkaartje als zorgverlener.

Het is belangrijk om af te wegen welke tips of hulpmiddelen het dichtst aansluiten bij hun gewoonten. Betrek de persoon met dementie en de mantelzorger in dit gesprek. Zorg er wel voor dat de omgeving herkenbaar en huiselijk blijft. Een ergotherapeut kan hier ondersteuning bieden.


bezig met laden