Lerend vermogen

“Het leervermogen blijft bij dementie nog lang bestaan, alleen werkt het op een andere manier dan bij gezonde mensen.” (Roy Kessels)

Verschillende studies tonen aan dat mensen met dementie in staat zijn tot het (opnieuw) leren van dagelijkse handelingen, hetgeen een positieve bijdrage kan leveren aan hun zelfbeeld en hun onafhankelijkheid, en daarmee hun kwaliteit van leven.

Het geheugen is te verdelen in een expliciet gedeelte en een impliciet gedeelte. Expliciet (bewust) geheugen heeft te maken met woordenschat, feiten en herinneringen die overdraagbaar zijn: die je als verhaal aan iemand kan vertellen. Het impliciet (onbewust) geheugen betreft gewoontes en associaties. Dingen die je niet heel makkelijk aan iemand anders kunt overdragen, maar die je je wel eigen hebt gemaakt. Het impliciet geheugen blijft bij de ontwikkeling van dementie in de hersenen het langst onaangetast. Daar zitten dus de herinneringen die te maken hebben met gevoel, het herkennen van handelingen, sfeer, geur, geluid, enz.

Bij mensen met dementie werken de leervormen het best waarbij gebruik wordt gemaakt van het impliciet geheugen. We noemen dit ook wel onbewust of automatisch leren. Er zijn vier leervormen:

  1. Foutloos leren: Bij het aanleren van (nieuwe) handelingen is het belangrijk om de dingen samen te doen, zonder fouten. Heel veel herhalen van de handelingen is nodig om het in het automatisch geheugen te slijpen. Het gezegde ‘je kunt leren van je fouten’ gaat bij mensen met dementie niet op! Fouten kunnen opgehaald worden en zorgen voor verwarring. Deze vorm van leren wordt vooral bij het aanleren van hulpmiddelen gebruikt.
  2. Associatieleren: is het aanbrengen van verbanden of het inspelen op bestaande associaties, gebruik maken van ‘ezelsbruggetjes’. Hierbij kan van alle zintuigen gebruik gemaakt worden. Er kan zowel een beroep gedaan worden op bestaande associaties (waaronder normen en waarden) als op het bewust aanbrengen van nieuwe associaties.
  3. Emotieleren: Gebeurtenissen met een emotionele lading worden gemakkelijk opgeslagen in ons geheugen. Denk aan het overlijden van een dierbare, een leuke verjaardag of een film waar we van genoten hebben. Bij personen met dementie blijkt een emotionele lading het opslaan van nieuwe informatie te vergemakkelijken. Deze emoties moeten intens en bijzonder zijn.
  4. Operant leren: Hiervan is sprake als wij leren door de gevolgen (consequenties) van ons gedrag. Daarbij kunnen we drie typen gevolgen onderscheiden: positieve versterking (‘belonen’) van gedrag, straf (‘ontmoedigen’ van gedrag) en het uitblijven van consequenties (geen gevolgen). Bij positieve versterking levert ons gedrag ons iets gunstig op en zullen we het dan vaker gaan doen.

 

Belangrijke randvoorwaarden bij alle leerprocessen zijn:

  • Observaties zijn de basis voor alle leerprocessen
  • Houd het leuk, dwing niet, bewaak de sfeer en motiveer
  • Sluit zoveel mogelijk aan bij hun gewoonten
  • Houd rekening met beperkingen
  • Wees consequent
  • Corrigeer niet

 

Vraag raad aan een ergotherapeut.


bezig met laden